Met tandenstokers, cocktailprikker, satéstokjes werkt Harrison Omayotor (27) elke dag urenlang aan zijn kunstwerken. Hij knipt, breekt en snijdt de stokjes en priegelt net zolang totdat ze precies passen in zijn abstracte creaties van lijnen en vlakken. “Ik kan hier volledig mijn focus op leggen en er urenlang mee bezig zijn. Voor mij is het een soort therapie”, vertelt de vluchteling uit Nigeria.
In de gezamenlijke keuken op de eerste verdieping van het hoofdgebouw van het azc in Leersum ligt een zak boerenkool klaar. Niet voor een Hollandse stamppot, maar voor een pittige Afrikaanse soep met boerenkool en vis. Terwijl twee medebewoners de soep stilzwijgend naar binnen lepelen, zit in de hoek van de keuken Harrison aan een tafel te werken. Honderden tandenstokers en satéstokjes liggen voor hem uitgestald op de tafel. Minutieus knipt hij ze op lengte en plakt ze met lijm en tape op een schildersdoek.
De jonge vluchteling kwam in 2019 in Nederland aan na een jarenlange tocht vanuit Nigeria. Harrison komt uit het stadje Ojah en werd geboren binnen een traditionele Afrikaanse stam. “Ik was een tweeling, maar mijn broertje heeft de bevalling niet overleefd. Zelf zat ik bij de geboorte nog in de vruchtzak. Binnen mijn stam is er veel bijgeloof rond boze geesten en dit week af van wat normaal was. Uiteindelijk ben ik mijn hele jeugd gezien als apart en anders. Op school zat ik alleen in een hoek van de klas. Ik hoorde er niet bij en mocht niet met andere kinderen spelen.”

